Hoe ken je dat nou uitleggen aan een niet-Rotterdammer? Leg jij daar niet wakker van dan?
Je haalt de Rotterdammer er zo uit, door zijn ABR, Algemeen Beschaafd Rotterdams.
Duizend jaar geleden klonk onze taal heel anders aan de Rotte. Maar met enige moeite is onze taal toch al te herkennen. Wat hebben we gemeen met deze proto-Rotterdammers? Is het de taal die ons bindt, of de plaats, aan de Rotte? Er is poëzie voor nodig om die vraag te kunnen bekijken.
Categorie: Rotterdam
Ana Rottaa
Ana Rottaa
Wi heton thiusa aa Rottaa
wanda siu is dunkar endi rotta.
Ik weet niet waarom de Rotte zo heet,
in onze tijd, de naam stroomt uit het verleden
en of ze donker en troebel is zien wij niet.
Jullie zijn de bron van haar naam,
de Rotte die nu ondergronds gaat
voor ze uitmondt in de Maas.
Begrijp ik je goed, over de eeuwen heen,
kwamen we ooit allen niet van hier?
En of we familie zijn of niet, wie weet,
onze spraak zegt van wel, ver verwant.
Geboren aan de Rotte, uitzicht op de Maas,
thiusa hem is thorp onsaro, toen,
nu is deze nederzetting onze stad.
Wat bindt ons meer op deze plaats?
Jouw grootouders, mogelijk
mijn voorouders, kwamen uit het zuiden
op platte boten met hun vee en have
Later kwamen anderen, mogelijk
mijn voorouders, uit andere streken,
aver nu sprekunt sie ok unsin tongon,
met nieuwe woorden en eigen tongval.
Soms kwamen ze alleen voor de markt,
wanda hiera sint vila littila viska,
so also grondelinc endi padalinc.
Welke tijd we delen op deze plaats?
Ana then uoveron is thiu ertha vet.
Wi weithinon thin skap endi thie runthir.
We hebben leeftijd als water,
maar vergeet het licht niet
dat ons in thuisternussi laat kijken,
forchta quamon ouer mi.
Tijd stroomt in andere beddingen en vaarten
en ik zou mij zorgen maken om jou
als ik je ons Rotterdam zou laten zien,
afwezig alles wat je kent, stilte,
geruis van bomen, vee dat loeit, mekkert of kraait,
uitzicht over de Rotte en de drassige landen.
Hoe zou je de verkeersstromen overleven,
werktijden en verwachtingen, vakantie
om de tijd van zijn verloop te ontdoen,
vrijheid, de welvaart die ons laat vliegen
en het verschijnsel van nieuwe sterren?
Visc swam in themo uuatere,
vis zwom in deze wateren, ja, nog steeds,
onwetend van eb en vloed en de zee.
Thiu werilt is hiera vilo hardo, wir vorhton
that wi ie van unsin thorpe ave muotin gan.
Wie zal mij veren geven als duiven,
zodat ik weg zal vliegen, is je vraag
als oudste dichter in onze spraak.
De geest vleugels geven vraagt werk
en hebben we daar meer voor nodig
dan water, licht en wat woorden?
Zoals zwanen zich over het water
de lucht in trappen voor hun vlucht,
geestdrift vliegt rond over de Rotte.
Jan Dullemond, 24-30 mei 2020
Het Oudnederlands in dit gedicht is afkomstig uit de video Taal in Rotta. De reconstructie van deze taal is van dr. P.A Kerkhof, historisch-taalkundige aan de Universiteit Leiden.
Enkele citaten zijn afkomstig uit de Wachtendonckse Psalmen: “visc swam in themo uuatere” en “forchta quamon ouer mi”.