Daidalos is vandaag uw gids Ik heet u welkom in het Labyrint. Onderga de verbeeldingskracht de trappenhuizen en de zalen. en blijf gerust rondhangen bekijk wat u ziet, en geniet:
Copernicus’ Onvoltooide Zon, maan, sterren en planeten waar de mens zijn verheven rol vond Hij vond de juiste plaats van waarde Het vervolg heeft hij niet voorspeld De draaimolen op de kermis zwaait
Over de Omwentelingen der Hemelse Sferen De planeten staan hem gunstig gezind voor zijn studiereis naar Rome, De mens trilt als een stemvork heeft hij geleerd als jonge monnik, het universum om te keren,
Haar blonde hoofd draagt een wereldbeeld de zee is Mediterraan Haar jurk plooit zich over haar lijf, haar vestje is te koop of in papaverrood, de zomer zindert:
Fresco van een mythische liefde Aan zijn eerste blik had hij genoeg, Laat het toch zo blijven voor altijd Hij kuste zich en is verdronken. Praatgraag vertelde ze de goden zal hij van mij houden en uit het niets
Erasmus in Rotterdam Maar op elk uur van de Laurenskerk Van tijd had ik nog geen idee Pas toen ik opnieuw op zijn schouders klom sloeg hij een bladzij om en laat mij verder vrij:
2e Copernicaanse Omwenteling Ik kan verzinnen wat ik wil: een bergwand van eeuwigheid een zuivere tijd vóór Kant aan het raam zonder andere kant elk beeld dat we vormen omspant
Mandril De aap kijkt mij door de tralies aan. in dag- en nachtverblijven en sluiten de kijker veilig buiten. in traliewerk hierachter uitlokt, zonder keus, zo komt het mij voor,
De fotograaf Ze rommelt wat met haar lens Kijk en klik, kijk en klik: wat ze zoekt is nog uit het zicht. Met geduld, een lens en een paar ogen in zijn doen en laten door de tijd,
Werk in uitvoering Dit werk vraagt een portretlens, Kijk en klik, kijk en klik: waar alles om draait, buiten het zicht uit onverschilligheid, een vermogen Het moment dat zich uitwerkt door de tijd
Het portret Zijn portret kenmerkt een mens: dunne wenkbrauwen houden zijn blik, gefronst op zijn werk gericht, wat zich afspeelt achter alerte ogen. heeft juist het werk bekeken
Axioma Euklides kan zich slechts bemoeien jouw plaats wordt bepaald met drie punten, Identiteit tussen velen Onze eigenaardigheden die met plezier een groots uitzicht
Pardon voor Prometheus Zijn vonnis krijst boven zijn hoofd. Had hij dit moeten voorzien: de vuurstorm steden in brand, tempels vergaan, Hij had zich met hartstocht bemoeit. De mens verleent hem pas pardon
Prometheus 2.0 Tijd is in oorsprong vuurwerk, tijd blijft daarna licht ontvlambaar, maar dooft snel in de koudeval. uit verzet tegen de afloop tempert hartstocht met lange duur.
Het is meer dan alles Optische wet: de hoek van inval Die wet vormt de verklaring Toch verklaart de weerkaatsing het ontstaan van misschien. dat zich rondkaatst, spiegelt mijn lief
Schrödingers nieuwe kat Het fresco is een spel met aandacht. rolt een kluwen rode draad, volgt tot het levend bewijs plaatsvindt we zien een kat die maar al te graag kijk hoe ze zich in haar sprong uitstrekt.
Architectuur van het Labyrint Als u ronddwaalt door het Labyrint als u de fresco’s een tijd bekijkt, uitdijt, de ruimte wordt te groot een bestaan, deels dier, deels mens, deels werk Uw aandacht wordt herkend
|
Nieuwe aanbouw aan het Labyrint Een labyrint kan beschreven worden als een stelsel van zalen, gangen en trappenhuizen, met fresco’s aan de wanden. Het is moeilijk is om de weg te vinden in een labyrint. Maar dit is niet wat het labyrint werkelijk ís. Een labyrint vormt zich pas als er wordt rondgedwaald en de oriëntatie langzaam groeit. Het labyrint verplaatst zich langzaam naar de geest, of misschien kunnen we zelfs zeggen: de geest ís een labyrint, het ronddwalen vormt de geest. Een beschrijving kan het rond-dwalen niet vervangen. Hierin onderscheidt poëzie zich van wetenschap. In een tijd dat de aarde in het middelpunt van het heelal stond en alle sterren en planeten rond de aarde draaiden, beschreef De Revolutionibus van Copernicus de eerste wetenschappelijke stap waarin een godgegeven wereldbeeld werd losgelaten. De volgende stappen naar een mensgevormd beeld spelen zich steeds meer af in de verbeelding waarin het Labyrint de vorm krijgt die ons door de tijd laat dwalen. Er zijn twee wegen door het Labyrint. De eerste begint bij het eerste gedicht en doorloopt alle gedichten, tot bij het laatste gedicht het Labyrint verlaten wordt. De tweede weg keert zich om bij het laatste gedicht en gaat ronddwalen, blijft stilstaan bij sommige beelden en ziet doorgangen zich openen naar andere beelden in andere gedichten. Het Labyrint groeit langzaam uit in de lezer. Na dit korte beeld van een alomvattende verschuiving voelt de lezer zich hopelijk vrij om door het Labyrint te dwalen zonder de weg te kennen. Ronddwalen is een kunst. |