Avond in Brussel

Slaap zacht, mijn lief, we zijn uit gezworven
door de drukke tijd van de Grote Markt en daarna
door straten onafgebroken verval
waar niemand woont, of zelfs weer wel.

Alleen die Kus van Magritte, die ik zag,
dat wil ik je nog vertellen, lief,
die Kus waar ik bij stil bleef staan:

een milde hemel, een golvende weide,
wat struiken en als een vlek in het hart
woestijn onder een schroeiende lucht,
een spoor van voorwerpen tot de horizon,
geen mens te zien, en in een ogenblik
omhelst het groen deze troosteloosheid,
zomers groen na een bui en geen mens te zien;
dit raadsel van voor- en achtergrond.

Slaap zacht, lief, we besloten de dag
vrijend, en met een Mort Subite. Die Kus
vandaag, mijn lief, vandaag op de nacht.

Vorig gedicht ---------- Volgend gedicht